Nieuws

Zonder zijwieltjes

Sinds ik, Cécile, drie jaar ben, ga ik al met mijn ouders mee naar de toen o-zo-grote bossen van Koekange. In die 20 jaar heb ik er, samen met mijn broertje, hond, vriendinnetjes en ouders, flink veel beleefd. Heb jij me al gespot op een van de foto’s 😆? Misschien word jij door mijn verhalen geïnspireerd om je kleine ook mee op avontuur te nemen! Avonturen waren het zeker want ik zat als een van mijn eerste klasgenootjes op de fiets.

LEREN FIETSEN

Daar zat ik dan, een kleine ukkepuk van drie jaar op haar fietsje, voor de eerste keer zonder zijwieltjes. Ik kan me er niet veel (lees: helemaal niks) meer van herinneren maar ik kan me goed voorstellen hoe het is gegaan. Mama stond op de oprit van Hermelijn 2, met haar handen op mijn schoudertjes. Papa stond een stuk verder, net voor de grote drempel, met mijn broertje op zijn schouders. Om mij te kunnen opvangen als ik vol enthousiasme over de kop zou vliegen door die hoge drempel. Hij floot op zijn vingers, en aangemoedigd door dat kleine duwtje in mijn rug zette ik koers.

Paddenstoel in bos bij leukplekje

STOER

Op deze weg waren mijn broertje en ik al heel vaak heen en weer geracet, op onze fietsjes met zijwieltjes. Mijn broertje zal toen nog wel te klein geweest zijn voor zijn favoriete vervoersmiddel: de skelter. Op deze weg, die het hele parkje omvat, valt nooit een kip te bekennen. We hebben krijttekeningen gemaakt tot onze spijkerbroeken stuk geschaafd waren en wedstrijdjes gedaan, step vs skeelers. Een heel geschikt weggetje dus om te leren fietsen. Wij gingen dus op en neer, op en neer tot mama zei dat ik het wel eens zonder zijwieltjes kon proberen. Ik had nog een pleister op mijn knie van toen ik uit de boom was gevallen, maar dat deerde niet want in Drenthe komen alleen maar stoere meisjes voor.

Helmpje op, gefocuste blik op mijn snoetje en gáán. Eerst wat onzeker, maar naarmate papa steeds dichterbij kwam, steeds harder op de pedalen trappend. ‘Ho, stop! Ik moet niet tegen mijn vader aan gaan botsen!’ Al piepend kwam ik tot stilstand. Toen viel ik plompverloren op de grond, want ja, fietsen gaat wel, maar daarna blijven staan is nog wel een vak apart. Met maar twee tranen werd ik weer overeind gehesen door twee apetrotse ouders. Misschien kwam de oude buurvrouw nog voorbij geschuifeld, haar hondjes heftig kwispelend. Dan zou ze zeggen: ‘Wat heb je dat goed gedaan meisje!’, en dan zouden mijn ouders haar uitnodigen op de koffie, want ja, zo gaat dat in Drenthe.

IN HET GRAS

Maar nu gaat mijn fantasie misschien een beetje teveel met me aan de haal. Mijn ouders vertellen nu in ieder geval nog steeds, dat mijn broer en ik toen we drie waren al leerde fietsen op de rustige wegen van Marterhaar. En als ik nu, 20 jaar later, op mijn rug in het gras lig, zou ik het zo nog eens doen.